‘Soms zou je willen dat de bestuurders, die verantwoordelijk waren voor de wederopbouw wat zorgvuldiger met het oude Nijmegen waren omgegaan’, stelt kunstenaar Kees Moerbeek in zijn nieuwste boek ‘In weemoed kan je niet wonen’. Hierin laat hij de Oude Stad, waarvan grotendeels zwart-wit foto’s bewaard zijn gebleven, weer tot leven komen, o.a. door kleur toe te voegen. En de ‘KeesMoerbeek’-sfeer, inderdaad melancholisch met enkele personen in een verder stille omgeving, en in een bijzonder licht. Het boek is niet alleen mooi, maar zet ook aan het denken over hoe er in Nijmegen werd en wordt omgegaan met materieel erfgoed.
‘De vergeten straat’
De benedenstad, Oude Stad genaamd, is ontstaan aan de oever van de Waal en in de middeleeuwen organisch langs de flanken van vijf heuvels omhoog gegroeid. De grote hoogteverschillen en gebogen en kromme straten zijn kenmerkend. Het was eeuwenlang een centrum van bedrijvigheid, fabrieken als de zeepziederij en slachterij waren er gevestigd, stadsboerderijen, en vele winkels en horeca, ook al omdat het verkeer er langs kwam om overgezet te worden met de gierpont Zeldenrust en voor klandizie zorgde.
Begin 20e eeuw veranderde het historisch hart van de stad van karakter. Bij regenval gutsten de viezigheid, de zeepvlokken en het slachtbloed, door de straten in stromen naar beneden. De gegoede burgerij vestigde zich liever in de vlakke en droge ‘bovenstad’ en fabrieken verkozen elders domicilie. Langzaamaan verloederde de benedenstad en werd er niet meer geïnvesteerd in verbetering. Was het een bewuste politiek van negeren en laten verkommeren? In de landelijke pers verschenen al in de jaren dertig artikelen over de zorgwekkende staat van de woningen. De komst van de Waalbrug in 1936 en het bombardement van 1944 zorgden voor de nekslag. In de wederopbouwjaren was er zo’n woningnood dat de ‘onbewoonbare verklaarde woningen’ desondanks ‘onverklaarbaar bewoond’ werden. Het duurde nog decennia, tot in de jaren zeventig, voordat er een grootschalig plan voor nieuwbouw kwam. Dat verdiende een Europese prijs, vanwege de kleinschaligheid, het volgen van de oude loop van de straten en de sociale woningbouw op wat feitelijk een A-locatie is. Nijmegen was aan een ramp ontsnapt, omdat eerdere plannen van o.a. Bakema met grote betonkolossen die rigoureus elk verleden zouden hebben vernietigd, geen uitvoering kenden. Maar Kees Moerbeek laat zien dat met de Oude Stad veel meer gedaan had kunnen worden dan alleen nieuwbouw plegen. Het eigen karakter van historische stad had wel degelijk behouden kunnen worden en hebben geresulteerd in een meer karakteristieke wijk.
Het boek gaat over weemoed, nostalgie, maar is tevens een les over hoogmoed van bestuurders die te achteloos met het verleden omgaan. En tenslotte gaat het over moed om daar iets aan te doen.
Het boek is voor 19,95 euro te koop bij Dekker & van de Vegt boekhandelaren en bij Het Huis van de Nijmeegse Geschiedenis.