De rampen in de oorlog behoren ook tot ons erfgoed. Ook dat bepaalt onze identiteit, de rampen misschien nog wel meer dan wat bewaard is gebleven. De eisen die een hoogfrequent spoor stelt en de enorme toename van het aantal reizigers verdienen onze aandacht net zozeer als de resten van het station uit andere tijden. Een moderne stadspoort van allure is net zo belangrijk als de sporen van haar verleden.”
Het station dateert uit 1897 en is ontworpen door C.H. Peters, een leerling van Cuypers. Diens invloed is zichtbaar in de neo-gotische stijl aan de buitenzijde. De imposante hal met zijn vele rondbogen toont echter eerder invloeden uit de oosterse bouwkunst.
Het unieke van het Nijmeegse station is de vier tijdslagen die zichtbaar zijn. Met de wederopbouw na de oorlog van het zwaar beschadigde deel door architect Sybold van Ravesteijn met verwijzingen naar Italiaanse bouwkunst (arcades, campanile met bovenop een beeld van Karel de Grote) ontstond een tweede tijdlaag. Dankzij twee uitbreidingen in de jaren tachtig en deze eeuw vanwege de toegenomen drukte is veel pregnants van de voorgaande twee tijdlagen verdwenen.
De herinrichting beoogt deels weer recht te doen aan de voorgaande tijdlagen, maar tevens om eigentijdse architectuur te realiseren oftewel een vijfde tijdslaag. .