Visualisatie historie in Waalfront

Het CPRN heeft zich sinds 2003 ingezet voor het zichtbaar maken van de cultuurhistorie in de plannen van het Waalfront/Koers West, het voormalig industriegebied tussen de spoorbrug en de nieuwe Oversteek. Het behoorde decennialang tot de rafelranden van de stad, maar is een absolute hotspot als het gaat om de geschiedenis van Nijmegen: de Romeinse stad Ulpia Noviomagus lag er, het Fort Krayenhoff als onderdeel van de uitgebreide 19e eeuwse vestingwerken en grote Nijmeegse fabrieken, o.a. de NYMA en Honig.
Wat heeft die inzet opgeleverd? In april 2021 behandelde de gemeenteraad van Nijmegen het Plan Beeldkwaliteit voor deze A-locatie.

Kaart uit 1834 van de archeologen Reuvens en Leemans, waarin drie tijdlagen zichtbaar zijn: in rood het grote Romeinse badhuis, links Fort Krayenhoff met gracht en tegen de Waal aan liggen de Vlasfabriek en Stijfselfabriek, later HONIG.

Peter Nuyten, Impressie van Ulpia Noviomagus. Met 5.000 bewoners was dit de grootste Romeinse stad van ons land. Letterlijk bovenop deze stad wordt het Waalfront gebouwd. 

Masterplan Waalfront uit 2003. Toen stond er nog een Quartier Romain ingetekend (zie nr. 4) met stratenplannen en bouwvolumes, die geïnspireerd waren op Romeinse steden. Bovendien zou een vlek vrij blijven voor archeologische kansen. Fort Krayenhoff werd zichtbaar gemaakt met een heuse gracht om het reduit heen (zie nr. 2).

Het begon met mooie bedoelingen.
“Wonen aan het water… wie wil dat nu niet?” Deze zin staat in het koersdocument ‘Koers West’ dat de gemeenteraad in 2003 heeft vastgesteld. Toen waren er al visioenen om van het verouderde bedrijventerrein aan de Waal een aantrekkelijk woon-werkgebied te maken, waarin de zichtbaarheid van de gelaagde historie een prominente plaats zou innemen. RABO Vastgoed en bekende landschapsarchitecten als Liesbeth van der Pol en Lodewijk Baljon werden ingeschakeld om samen met bewoners uit het Waterkwartier plannen te maken voor deze nieuwe wijk met 2.000 nieuwe woningen. Ook het CPRN, bij monde van Piet Timmermans en Paul van der Heijden, liet van zich horen met een heldere visie: ruim baan voor visualisatie van de grootste Romeinse stad van ons land, van Fort Krayenhoff met het bomvrije reduit, en van het industrieel verleden. Tijdens een conferentie met alle betrokkenen werden creatieve ideeën opgesteld. In het Masterplan van augustus 2006 staat dan ook een heus Quartier Romain (zie nr. 4) ingetekend, een stratenplan en inkleuring van bouwvolumes, geïnspireerd op Romeinse steden uit de oudheid. Bovendien was een vlek uitgespaard om met archeologie iets te doen. Fort Krayenhoff zou zichtbaar worden door een heuse gracht om het fort aan te leggen (zie nr. 2).
Volgens dit Masterplan zou de bouw beginnen aan de kant van de nieuwe brug, de Oversteek, en de wijk vervolgens richting de stad verder worden uitgerold. …En toen brak een jaar later de kredietcrisis los met een ongekende economische dip, stortte de huizenmarkt- en bouw geheel in, en verdween het Masterplan in de prullenbak om nooit meer tevoorschijn te komen.

Maquette van het Masterplan Waalfront uit 2003 van Dok Architecten / Liesbeth van der Pol. Opvallend is de heuse reconstructie van het Fort Krayenhoff met gracht en de open vlek in Quartier Romain voor archeologische toepassingen en/of visualisaties.

Weeffout vanaf het begin
De ontwikkeling van het Waalfront is een publiek-private samenwerking tussen de gemeente Nijmegen en RABO Vastgoed in een 50-50 verhouding, waarvoor het Ontwikkelbedrijf Waalfront is opgericht. Vanaf het begin heeft de gemeente en gemeenteraad van Nijmegen nagelaten duidelijke voorwaarden te stellen over de zichtbaarheid van de historie, terwijl het daartoe gezien haar rol en positie eenvoudig had kunnen besluiten. Ondanks dat met de mond en in allerlei rapporten beleden werd en wordt dat de historie van juist deze locatie zo belangrijk is, is dat voornamelijk gebruikt als verkooppraatje voor kopers van de woningen, zonder het waar te maken. Het CPRN organiseerde in de loop van de jaren drie conferenties over de vele kansen die er lagen om de historische rijkdom en gelaagdheid zichtbaar te maken. Met ‘good practices’ van andere steden in binnen- en buitenland toonden specialisten aan hoe succesvol dat kan zijn. Maar het zette de wethouders niet aan tot een andere houding. Alleen met het dreigen van juridische stappen wist het CPRN te voorkomen dat de heipalen van de bebouwing door historische lagen zou doordringen waardoor het voor altijd vernietigd zou zijn. Door samen met de bewonersorganisatie WOW (Wijkvereniging Ons Waterkwartier) op te trekken en deel te nemen aan de klankbordgroep is voortdurend gepoogd ideeën voor visualisatie aan te dragen. Uiteindelijk nam de gemeenteraad motie’s aan om een Kansenkaart en archeologische Waardenkaart op te stellen, waarin inzichtelijk wordt gemaakt wat precies de cultuurhistorische waarde van het gebied is. Het leverde zeer leerzame kaarten op.
Kansen en waarden Romeins verleden
De Kansenkaart bevat verbluffende informatie, met name door referentieobjecten toe te voegen. Oftewel overeenkomstige gebouwen die elders in Europa een vergelijkbare vorm en omvang hadden.

De Kansenkaart van de gemeente Nijmegen met het stratenplan en de grootste gebouwen van de Romeinse stad Ulpia Noviomagus (nu Waterkwartier en Waalfront), die elders in Europa nog wel zichtbaar zijn of zijn gereconstrueerd. Wat is er in het Waalfront van dit alles zichtbaar gemaakt? Noem drie zaken, of twee, of een…. Is dit de Gemiste Kansenkaart?

Wie weet van de triomfboog op de Weurtseweg, vergelijkbaar met die in Rome, Besancon, Parijs, Londen of de Porta Negra in Trier? Wie is zich bewust van de twee grote tempels en het badhuis, zoals in Xanten, Nimes, Montepellier of Rome? De Romeinse stadsmuren en stadspoorten zijn her en der in Europa en Noord-Afrika nog zichtbaar. Ze vormen ook de imposante grens van de Nijmeegse stad. Waar zie je het terug? Waar elders steden zich bewust zijn van hun verleden, daar trots op zijn en het inzetten voor de identiteit van haar bewoners en voor de aantrekkingskracht voor bezoekers, is daarvan niets in de plannen zichtbaar gemaakt. De Kansenkaart maakt bovenal zichtbaar welke kansen de gemeente mist. Maar beter ten halve gekeerd, dan ten hele gedwaald, er zijn kansen genoeg om de Kansenkaart aan te grijpen voor een serieuze visualisatie. En niet alleen het doekje voor het bloeden in de vorm van het Romeinse masker van Andreas Herzfeld. Dat masker, een 100% kopie van een bestaand masker uit de collectie van het museum, laat zien hoe succesvol reconstructie voor het publiek is. Het wordt massaal gefotografeerd en reconstructie wordt massaal gewaardeerd.

Impressie van Ulpia Noviomagus door Mikko Kriek met stadspoort op zuiden en tempel aan einde van de hoofdstraat.

Begraven en verspoeld verleden.
In 2017 verscheen in opdracht van de gemeente Nijmegen een rapport ‘Archeologie in het Waalfront’ met een stand van zaken. Harry van Enckevort en Kees Brok schreven een nauwkeurige opsomming van de resultaten van opgravingen, van de tijdlagen, van de bronnen en veranderingen in de loop van de eeuwen. Hun conclusie: hier is sprake van een begraven en verspoeld verleden. De loop van de rivier is verlegd, de overstromingen hebben delen van het verleden weggespoeld en het gebied is na de oorlog meters opgehoogd, zeg maar begraven, met puin van het kapot gebombardeerde centrum van Nijmegen. In dit rapport vonden de wethouders en politiek aanleiding het zo maar te laten: ‘verspoeld en begraven’. Het staat haaks op de Kansenkaart van diezelfde gemeente en komt niet overeen met wat al sinds 1478 is gevonden aan Romeinse gebouwen en objecten. Dat verleden toont zich in eeuwenlange archeologische vondsten en wordt telkens weer bevestigd door recente opgravingen.

Krantenkop De Gelderlander, 26 mei 2021. 

In het Plan Beeldkwaliteit en Voorlopig Inrichtingsplan uit 2019-2021 wordt duidelijk wat er van dat voor Nederland unieke rijke verleden zichtbaar wordt gemaakt in de nieuwe wijk: niets. Kenmerkend is het Thermenplein, op de plek waar ooit een groot Romeins badhuis stond. Er spuiten wat fonteintjes en een deel van de fontein is halfrond! Dat was het dan. De opvatting van KCAP Architecten over het verleden is duidelijk: het mag geen themapark worden en moet aansluiten bij de huidige tijdgeest. ‘Loft’, ‘industriële ingenieursarchitectuur’, ‘robuust’, zijn de kreten om die toekomstige uitstraling weer te geven. Er wordt verwezen naar New York (Green Village!), naar Eindhoven (StrijpS!) en naar Berlijn (Prezlauerberg!). Kortom: als het maar niet verwijst naar Nijmegen en Ulpia Noviomagus. Het levert een aantrekkelijke, moderne wijk op, zoals je dat overal op de wereld tegenwoordig kan tegenkomen. De identiteit is hedendaags, maar nergens Nijmeegs.
‘Van een monumentale reconstructie van het voormalige badhuis is afgezien omdat dit de bruikbaarheid het plein belemmerd’, zo concludeert KCAP architecten. Het klopt dat een tempel geen plein is. Andersom is ook waar.

Impressie van het Thermenplein waarin de fontein enigszins de contouren volgt van enigszins een deel van het grote badhuis (Thermen). In ontwerpersjargon van KCAP Architecten: ‘een abstractie van de vorm…’ en: ‘Zo wordt op archeologische betekenisrijk plekken het Romeinse verleden gethematiseerd en in de lokaal ervaarbaar gemaakt in de openbare ruimte’ of ‘De Romeinse geschiedenis is een belangrijk thema voor de openbare ruimte van het Thermenplein, maar niet dwingend aanleiding voor de architectonische beeldkwaliteit.’ 

En zo ziet het er dan straks uit: een artist impression van het Thermenplein door KPAC Architecten, 2021. ‘Waterplein met Romeinse flair’, zo stelt KPAC. Wie hier een serieuze visualisatie van het Romeins verleden ziet, mag het zeggen?

Pieter Caspar Christ, Zicht op het Fort Krayenhoff vanuit de stad gezien, 1840, aquarel.

Fort Krayenhoff

Naast het Romeinse verleden spande het CPRN zich in voor de blijvende zichtbaarheid van Fort Krayenhoff, dat deel uitmaakte van de enorme vestingwerken van garnizoensstad Nijmegen. De ontwerper, de Nijmegenaar Cornelis Krayenhoff, een bijzonder veelzijdig man (arts, generaal, ingenieur, minister van oorlog en fortificaties, cartograaf, natuurkundige, schilder), wordt in de stad geëerd met een park, graf, laan en naamgeving kazerne. Zijn in 1820-24 gebouwde Fort Krayenhoff hoefde nooit gebruikt te worden en was militair onbruikbaar. Met veel moeite en jarenlange inzet wist Piet Timmermans als CPRN- vertegenwoordiger samen met de wijkvereniging te bereiken dat  nog enigszins het idee van de reduit en gracht van het fort is overgebleven. Veel minder dan in het Masterplan 2003, maar meer dan Ontwikkelbedrijf Waalfront tien jaar geleden wilde. Toen wilde de RABO Vastgoed wel een vlaggenmast betalen, zie schildering van Christ uit 1840. De suggestie om aan de keermuur een uitkijkpunt te maken dat een relatie kan leggen naar de vestingwerken aan de overzijde van de Waal werd getorpedeerd.

Overzicht van het Waalfront met vooraan het parkje waar met een ronde witte bak de plaats van het reduit van Fort Krayenhoff is aangeduid met tevens enkele verhogingen van de versterking en bruggetjes.

Hollandia-complex in 1924, waar later de HONIG-fabrieken uit voortkwamen.

Industrieel verleden

In tegenstelling tot de beeldvorming was Nijmegen tussen ca. 1920 en 1970 wel degelijk een industriestad met bloeiende bedrijven, o.a. de HONIGfabriek, de diverse schoenfabrieken, de NYMA. Veel daarvan is gesloopt en dat was ook het idee in 2003. In de tussenliggende jaren wisten jonge ondernemers de vervallen gebouwen om te zetten in succesvolle broedplaatsen voor producten en diensten. Ook het CPRN bepleitte het gedeeltelijk behouden van aansprekende gebouwen. Die zijn deels verwerkt in het uiteindelijke inrichtingsplan, o.a. de architectuur van Oscar Leeuw voor de stijfsel- en vermicellifabriek. Een heuse fabrieksstraat vormt de ruggengraat van de wijk en van de HONIG worden gebouwen geïntegreerd in de nieuwbouw. Het industriële verleden is zelfs de leidraad geworden voor de gehele wijk, maar dat lijkt meer een reden om hedendaagse zakelijke architectuur neer te zetten met dichte bebouwing. Wat er overblijft van de huidige ondernemingen en sfeer blijft zeer ongewis.

Artist impression van het voormalig HONIG-complex, zoals dat geïntegreerd wordt in het Waalkwartier. KAPC Architecten.

Conclusie

De gemeente en RABO Vastgoed zijn er in geslaagd van het Waalfront een wijk te maken die zeer gewild is bij het koperspubliek, de woningen gaan als warme broodjes over de toonbank. Het eerst deel – Koningsdaal – heeft wel degelijk het karakter van een themapark gekregen, namelijk die van de jaren dertig, met nostalgische huizen. Deze hebben echter geen enkel verband met het verleden van deze locatie en zijn elders in Nederland overal te zien. Het tweede deel met Handelskade, Waalkwartier en Dijkkwartier hebben of krijgen een hedendaags karakter, eveneens zoals het elders veelvuldig wordt gebouwd. Niet alleen de architectuur ontbeert elke verwijzing naar de grootste Romeinse stad, zelfs uit de straat- en wijknamen is dat Romeinse verleden grotendeels verdwenen. Van Fort Krayenhoff is een glimp overgebleven, van het industrieel verleden meer, hoewel het afwachten blijft hoe dat uit de verf komt.
Van de identiteit van Ulpia Noviomagus is geen gebruik gemaakt en uit het zicht verdwenen, met het beeld van een Romeins masker als doekje voor het bloeden. Mogelijk dat er op het gebied van de openbare ruimtes en nog te vervaardigen kunstwerken nog meer kansen liggen om met name de Romeinse kansen te verbeelden.
Voor de toekomst zou de Nijmeegse politiek zich moeten afvragen welke rol zij speelt in het zichtbaar maken en identiteit geven aan het unieke verleden van de stad.

Andreas Hetfeld, Romeins ruitermasker (ontwerp), zoals in april 2020 geplaatst bij de Spiegelwaal. In de nabije toekomst krijgt dit kunstwerk, een getrouwe kopie van een masker uit de collectie van Museum Het Valkhof, een permanente plaats in het Waalfront.

Colofon

Webredactie: Heyta Melssen, André Stufkens en Pauline de Weijer

Ontwerp: Walter van Rooij, Buro Brandstof

© Website: CPRN en de auteurs

© Foto’s: fotografen vermeld onder de foto’s

© Films: filmmakers vermeld bij de films

© Kunstwerken: kunstenaars vermeld bij de kunstwerken.

Het CPRN doet haar best om de rechthebbenden te achterhalen, mocht u menen recht te kunnen doen gelden kunt u dat melden bij het secretariaat.

Contact

secretariaat@cprn.nl

Bankrekeningnummer: NL78 RABO 0105 2900 17

KvK nummer: 09148216

Support: