Twee jaar na oprichting formuleerde het CPRN haar eerste beleidsplan (2007-2009), dat door de leden is opgesteld, uitgebreid besproken en goedgekeurd. Daarin staat een gezamenlijke visie op de cultuurhistorie van Nijmegen e.o. en worden thema's en speerpunten benoemd waar het platform zich speciaal die jaren op richt. In 2010 volgende een tweede beleidsplan (2010-2013), in 2014 een derde (2014-2017) en in 2018 een vierde (2018-2021).
Cultuurhistorisch Platform Rijk van Nijmegen
B E L E I D S P L A N 2 0 1 8 – 2 0 2 1
Het Cultuurhistorisch Platform Rijk van Nijmegen is opgericht in 2003 en heeft zich ten doel gesteld om alle organisaties te verenigen die zich publieksgericht inzetten voor de cultuurhistorie van Nijmegen en omstreken. In dit streven is het CPRN zeer succesvol; op dit moment zijn 25 organisaties aangesloten. Om toegelaten te worden tot het CPRN dient een organisatie als rechtspersoon te zijn ingericht (stichting, vereniging), de gerichtheid op de cultuurhistorie van Nijmegen en/of omstreken moet statutair zijn verankerd, en de organisatie moet publieksgerichte activiteiten organiseren. Het CPRN heeft zich ontwikkeld tot een levendig platform, dat de samenwerking van de aangesloten organisaties stimuleert, bijdraagt aan de publieke discussie over cultuurhistorie en bij de gemeente optreedt als belangenbehartiger van het cultuurhistorische werkveld van Nijmegen. In dit Beleidsplan 2018-2021 zullen wij ons richten op:
1. de versterking van het cultuurhistorische netwerk in Nijmegen en omgeving;
2. het formuleren van elementen voor een gemeenschappelijke visie;
3. de door het platform te hanteren interne werkwijzen; 4. de cultuurhistorische belangenbehartiging in het publieke debat, en bij beleidsmakers;
5. het vaststellen van een beperkt aantal gemeenschappelijke prioriteiten.
Ad 1. Versterking cultuurhistorisch netwerk
Het CPRN heeft als basispositie dat de aangesloten organisaties hun eigen beleid voeren en daarin autonoom zijn, zowel ten opzichte van het CPRN als geheel als naar de andere leden afzonderlijk. De meerwaarde van het platform is allereerst gelegen in de kansen die het de leden biedt om kennis te nemen van elkaars doelstellingen en activiteiten. In het verlengde daarvan stimuleert het platform dat de leden onderlinge verbindingen zoeken om initiatieven te combineren. Op basis van deze sterke netwerkfunctie kan het CPRN ook optreden als cultuurhistorisch belangenbehartiger bij de gemeente. Een belangrijk gemeenschappelijk belang is ook de inbreng van de cultuurhistorische rijkdom van stad en streek in het toeristische aanbod.
De belangrijkste activiteiten in dit verband zijn: - de elk kwartaal georganiseerde ledenvergadering van het CPRN, welke primair gericht is op het presenteren en bespreken van relevante nieuwe ontwikkelingen of projecten op cultuur-historisch gebied; - de participatie aan het Geschiedeniscafé, het bieden van een financiële garantie daaraan en het aanreiken van gespreksonderwerpen; - het bevorderen van onderlinge kennisdeling, samenwerking en het faciliteren van contacten, o.a. uitwisselen van goede ervaringen en beste praktijken; - werken aan hoe het CPRN kan bijdragen aan gemeenschappelijke, ledenoverschrijdende, praktische zaken, zoals: communicatie, deskundigheidsbevordering, erfgoedmarketing, educatie, studiereizen, matchmeetings, seminars, en andere zaken naar behoefte van de leden op basis van onderzoek. Hiervoor wordt een bestuurlijke projectleider aangesteld die de in gezamenlijkheid genomen besluiten hieromtrent aanstuurt.
Ad 2. Elementen voor gemeenschappelijke visie De cultuurhistorie Nijmegen en omgeving vormt de vruchtbare bodem waarop onze leden zijn ontkiemd en gegroeid. De diversiteit daarvan is buitengewoon en het is dan ook onbegonnen werk om daarvoor een uitgewerkte gemeenschappelijke visie te formuleren, als dat al wenselijk zou zijn. In de praktijk is echter gebleken dat er een aantal gemeenschappelijke elementen zijn te formuleren die van grote waarde zijn gebleken in het versterken van het CPRN en de cultuurhistorische belangenbehartiging.
Nijmegen als oudste stad van Nederland
Het CPRN ziet Nijmegen als de oudste stad van Nederland, die door zijn strategische ligging op de hoge stuwwal aan de Waal gedurende zijn hele historie een positie van groot belang heeft ingenomen en in zeer wijde omgeving belangrijke verbindingen heeft gelegd; van het heuvelachtige land van Rijn en Maas met het deltagebied in West-Nederland; van Nederland met Duitsland, van Noord- met Zuid-Nederland; van katholiek met protestants Nederland.
Vier bijzondere thema’s
Het CPRN heeft vier cultuurhistorische thema’s vastgesteld die om bijzondere aandacht vragen:
- De Romeinen in Nijmegen
- Nijmegen in de Middeleeuwen
- Het Nijmeegs industrieel erfgoed
- Oorlog en Vrede, in het bijzonder W.O.-II Visualisatie als leidraad
Bij de realisatie van de vier cultuurhistorische thema’s staat voor het CPRN de vraag centraal: hoe kan het verleden voor het publiek gevisualiseerd en daardoor beleefd worden? De keuze van CPRN om visualisatie zo’n centrale plaats in zijn beleid te geven volgt uit de specifieke Nijmeegse situatie. Nijmegen heeft door zijn grote verleden een rijke bouwhistorie, maar is het zicht op belangrijke elementen daarvan kwijt geraakt door oorlogsgeweld, economie, verwaarlozing en gemeentelijke beleidsvisies.
Publiek-private samenwerking Visualisatieprojecten van enige omvang vergen grote investeringen en inbedding van de cultuurhistorie in private projecten. Wij staan daarom open voor publiek-private samenwerking, en zullen deze waar mogelijk bevorderen, waarbij wij wel twee belangrijke publieke randvoorwaarden zien om bescherming te bieden aan de cultuurhistorische waarden: - de gemeente dient een breed onderbouwd en actueel overzicht te onderhouden van de cultuurhistorische waarden van gebouwen, archeologische resten en de daarbij betrokken omgeving; - via de gemeentelijke monumentenlijst en het archeologiebeleid moet er voldoende bescherming worden geboden aan deze waarden en resten; - deze bescherming op zich is echter onvoldoende. Wij bepleiten daarom dat de gemeente voldoende budget vrijmaakt om te investeren in de cultuurhistorie, zodat ze een meesturende partner kan worden in de relevante publiek-private projecten.
Ad 3. Interne werkwijzen Het CPRN heeft een niet geringe ambitie, niet alleen vrijwel het gehele cultuur-historische werkveld van Nijmegen en omstreken in dialoog te verenigen, maar ook om met dat zeer diverse genootschap gemeenschappelijke doelen te selecteren en daarvoor publieke support en gemeentelijke steun te verwerven. Dat is best ingewikkeld; het CPRN verenigt kleine en grote organisaties, professionals en amateurs. Het spreekt voor zich dat bij deze externe contacten het CPRN op geen enkele wijze afbreuk doet aan de belangen van de afzonderlijke leden of aan de autonomie van de leden om voor hun eigen belangen op te komen. De interne werkwijzen dienen niet alleen de informatie-uitwisseling en de dialoog tussen de leden te versterken, maar ook voldoende basis te bieden aan het bestuur voor de externe cultuurhistorische belangenbehartiging. Een effectieve belangenbehartiging kan alleen op basis van een groot intern draagvlak, en helderheid over de gemeenschappelijke doelen. Dat stelt eisen aan de interne werkwijzen. De belangrijkste daarvan worden hierna beschreven:
- Het bestuur van het CPRN zal de agenda van de ledenvergadering primair inrichten op de informatie en dialoog over belangrijke cultuurhistorische ontwikkelingen. Dat kan zowel gaan over activiteiten van de aangesloten organisaties als over gemeentelijke plannen en initiatieven;
- Extern optreden van het bestuur namens het CPRN dient gebaseerd te zijn op voorafgaande discussie en inhoudelijke besluitvorming, waarbij gestreefd wordt naar een zo groot mogelijk, liefst unaniem, draagvlak. Het streven is om die discussie en besluitvorming zoveel mogelijk binnen de reguliere ledenvergadering af te ronden;
- De actualiteit vraagt soms op korte termijn om een stellingname namens het CPRN, zoals bijvoorbeeld bij de vondst van de Verloren Toren of de bescherming van archeologisch erfgoed in Nijmegen-West. In die situatie zal het bestuur een elektronische peiling binnen het platform uitvoeren over de strekking van de voorgenomen publieke stellingname. Dit om te peilen dat die op een groot draagvlak binnen het platform kan rekenen.
Ad 4. Publiek debat en gemeentelijke beleidsvorming
Voortbouwend op de binnen de netwerkactiviteiten aan de orde komende ideeën en plannen zal het CPRN bijdragen leveren aan de publieke discussie en de gemeentelijke beleidsvorming. Dit kan betrekking hebben op thema’s die voor een groot deel van de leden of hun activiteiten van groot belang blijken te zijn. Of het kan gaan om een langdurige nieuwe ontwikkeling, bijvoorbeeld een groot ruimtelijk plan, waarin zeer veel cultuurhistorische aspecten uit verschillende periodes van belang zijn en waarvoor een integrale reactie naar de beleidsvormers gewenst is.
Activiteiten waarmee aan het publieke debat en de gemeentelijke beleidsvorming kan worden bijgedragen zijn: - de organisatie van symposia (Nieuwe Waalfront, Publiek-Private Samenwerking);
- periodiek overleg met de wethouder voor cultuurhistorie;
- contactbijeenkomsten van CPRN en gemeenteraadsleden, zoals matchmeetings;
- brieven aan gemeenteraad en B&W;
- deelname aan inspraakmogelijkheden, contacten met de media; - actief bevorderen van inbedding van cultuurhistorie in toerisme en citymarketing.
Ad 5. Gemeenschappelijke prioriteiten
De zeer rijke cultuurhistorie van Nijmegen en omstreken wordt bewaard, ontwikkeld en aan het publiek gepresenteerd in een zeer divers palet: van volledig privé, -denk aan de bewoner van een monumentaal pand-, tot volledig publiek en alle gradaties daartussen. Wij zien echter in alle gevallen een belangrijke taak voor de gemeentelijke overheid. Het CPRN ziet het dan ook als haar taak om voor een aantal geselecteerde prioriteiten steun bij B&W en Gemeenteraad te bepleiten. Het gaat daarbij niet alleen om (1) investeringen in de uitvoering van publiek-private projecten zoals eerder bij De Bastei of Stevenskerk, maar ook om (2) gericht archeologisch- en bouwhistorisch onderzoek als basis voor visualisatieprojecten en (3) de (museale) presentatie van de cultuurhistorie vooral rond Het Valkhofkwartier.
Ad 1 en 2 In Waalfront-West liggen grote kansen voor de cultuurhistorische inkleuring van de nieuwe wijk: de militaire, industriële en Romeinse geschiedenis van dit gebied bieden daarvoor prachtige aanknopingspunten. Dat vergt echter aanpassing van de tot voor kort opgestelde plannen. Wij zien dat, zeker mede onder invloed van de inbreng van het CPRN, die aanpassing beetje bij beetje tot stand komt. Het gemeentelijk beleid is echter nog steeds erop gericht om de cultuurhistorische inkleuring geheel afhankelijk te maken van de projectopbrengsten zelf. Daardoor krijgt het Ontwikkeling Bedrijf Waalfront een onredelijk grote greep op de visualisatie-mogelijkheden. Wij hebben eerder bepleit dat de gemeente een cultuurhistorisch actieplan vaststelt voor het nieuwe Waalfront, met inbegrip van gemeentelijke investeringen daarin. De Spiegelwaal is al snel een verrijking van de stad gebleken en heeft het in zich om een blijvende plaats in de harten van vele Nijmegenaren te krijgen. Bij de eerste aanleg is al op diverse plaatsen geïnvesteerd in de visualisatie van de cultuurhistorie van dit gebied. Wij pleiten ervoor om langs de Spiegelwaal ruimte te maken voor grootschalige kunstopdrachten, op basis van belangrijke onderwerpen of personen uit de hele Nijmeegse geschiedenis.
Ad 2 en 3 Het CPRN heeft ervoor gepleit om Het Valkhofkwartier te ontwikkelen als een samenhangend gebied waarbinnen het Nijmeegse verleden in zijn samenhang wordt gepresenteerd en beleefd. Door de opening van De Bastei en de komst van het informatiecentrum WOII zijn hierin recent belangrijke stappen gezet. Wezenlijk voor de ruimtelijke en inhoudelijke samenhang van het Valkhofkwartier is een verdere (1) visualisatie van de burchtmuren, (2) restauratie van het Valkhofpark annex archeologisch onderzoek van de parkbodem, (3) de aangepaste inrichting van het hele Valkhofkwartier en (4) het weer tot bloei brengen van Museum Het Valkhof zodat dit als spil kan dienen in de cultuurhistorische publieksbenadering. Om dit te realiseren zullen aanzienlijke extra gemeentelijke financiële bijdragen nodig zijn.
Cultuurhistorisch Platform Rijk van Nijmegen
Beleidsplan 2014-2017
Inleiding
Het Cultuurhistorisch Platform Rijk van Nijmegen is opgericht in 2003 en heeft zich als doel gesteld om alle organisaties te verenigen die zich publieksgericht inzetten voor de cultuurhistorie van Nijmegen en omstreken. In dit streven is het CPRN zeer succesvol; op dit moment zijn 36 organisaties aangesloten. Om toegelaten te worden tot het CPRN dient een organisatie als rechtspersoon te zijn ingericht (stichting, vereniging), de gerichtheid op de cultuurhistorie van Nijmegen en/of omstreken moet statutair zijn verankerd, en de organisatie moet publieksgerichte activiteiten organiseren.
Het CPRN heeft zich ontwikkeld tot een levendig platform dat de samenwerking van de aangesloten organisaties stimuleert, bijdraagt aan de publieke discussie over cultuurhistorie en bij de gemeente optreedt als belangenbehartiger van het cultuurhistorische werkveld van Nijmegen.
In het voorliggende Beleidsplan 2014-2017 presenteert CPRN zijn beleid voor de komende jaren. Daarbij richten we ons zowel op de gemeenschappelijke inhoudelijke doelen, als op de door het platform te hanteren interne werkwijzen. In het verlengde hiervan gaan we ook in op de wijze waarop we de cultuurhistorische belangen-behartiging bij de lokale politiek en het gemeentebestuur vorm willen geven.
1. Werkwijze CPRN
In het Beleidsplan 2007-2009 heeft CPRN zijn werkwijze als volgt omschreven:
“Het CPRN heeft als basispositie dat de aangesloten organisaties hun eigen beleid voeren en daarin autonoom zijn, zowel ten opzichte van het CPRN als geheel als naar de andere leden afzonderlijk. De meerwaarde van het platform is allereerst gelegen in de kansen die het de leden biedt om kennis te nemen van elkaars doelstellingen en activiteiten. Op basis daarvan stimuleert het platform dat de leden onderlinge verbindingen zoeken om initiatieven te combineren. Het CPRN zal als pleitbezorger van deze gezamenlijke initiatieven kunnen optreden en als aanspreekpunt van de gemeente bij de beleidsvorming op het vlak van de cultuurhistorie.
Aanvullend hierop kan CPRN ook commissies vormen om bijdragen te leveren aan de menings- en beleidsvorming. Dit kan betrekking hebben op thema’s die voor een groot deel van de leden of hun activiteiten van groot belang blijken te zijn. Of het kan gaan om een langdurige nieuwe ontwikkeling, bijvoorbeeld een groot ruimtelijk plan, waarin zeer veel cultuurhistorische aspecten uit verschillende periodes van belang zijn en waarvoor een integrale reactie naar de beleidsvormers gewenst is. In die situatie kan het CPRN een commissie instellen waarin de verschillende invalshoeken deskundig zijn vertegenwoordigd en van waaruit aan de meningsvorming kan worden bijgedragen. Tenslotte is er de mogelijkheid dat er zich zaken voordoen in de actualiteit waarbij de leden vinden dat een gezamenlijke reactie op korte termijn nodig is. In dat geval kan het bestuur van het CPRN na elektronische consultatie van de leden met een verklaring naar publiciteit zoeken.
Inmiddels kan geconstateerd worden dat het CPRN erin is geslaagd om niet alleen vrijwel het gehele cultuurhistorische werkveld van Nijmegen en omstreken te verenigen, maar ook om met dat zeer diverse genootschap de hierboven beschreven werkwijze tot leven te brengen. Dat klinkt eenvoudiger dan het is; het CPRN verenigt kleine en grote organisaties, professionals en amateurs.
Niet alleen is het CPRN in staat gebleken om deze verscheidenheid bijeen te brengen, maar ook is het platform erin geslaagd om een constructieve dialoog tussen deze partners te organiseren en ze te inspireren tot gezamenlijke projecten. In het verlengde daarvan is het bestuur van het platform door de gemeente Nijmegen en de raadsfracties aanvaard als gesprekspartner bij de vormgeving van het gemeentelijke beleid op het terrein van de cultuurhistorie. Het spreekt voor zich dat bij deze externe contacten het CPRN op geen enkele wijze afbreuk doet aan de belangen van de afzonderlijke leden of aan de autonomie van de leden om voor hun eigen belangen op te komen.
In het kader van het voorbereiden van dit Beleidsplan 2014-2017 is door de Algemene Ledenvergadering van CPRN uitgebreid stilgestaan bij de in de eerdere beleidsplannen en in praktijk ontwikkelde publieke rollen van CPRN, te weten die van publieke spreekbuis en die van belangenbehartiger van het cultuurhistorische werkveld bij de gemeente. Het overgrote deel van de leden heeft daarbij de in de afgelopen jaren gegroeide invulling van deze externe rollen positief beoordeeld en steunt de voortzetting daarvan. Voor die rollen schept dit beleidsplan het kader waarbinnen het CPRN-bestuur die rollen kan invullen, waarbij voorafgaande afstemming met de leden altijd zoveel mogelijk ruimte is gegeven. Daarbij is er steeds naar gestreefd om de externe rollen altijd te baseren op een zo groot mogelijk intern draagvlak, zo enigszins mogelijk op een unnaniem draagvlak. In een enkel geval, in casu mbt Herbouw Donjon, is die unanimiteit niet bereikt en is dat ook in de externe communicatie vermeld. Op deze wijze voortgaande kan het CPRN-bestuur dan ook voortgaan met het invullen van de externe rol, zich baserend op dit beleidsplan en op een voortgaande interne discussie en daaruit blijkend ruim draagvlak.
Onze conclusie is dan ook dat de hierboven geciteerde werkwijze uit het beleidsplan 2007-2009 ongewijzigd kan worden gehandhaafd. Dit zowel voor de interne werkwijze van het platform als voor de externe vertegenwoordiging van het platform door het bestuur.
Wij hopen dat het nu voorliggende Beleidsplan 2014-2017 door de gemeentelijke overheid zal worden aangegrepen om de cultuurhistorische invalshoek verder te verankeren in het gemeentelijke beleid. Dit allereerst door voortzetting van de steun voor de lopende activiteiten van de afzonderlijke leden van het CPRN, en in aanvulling daarop door het opnemen van blijvende en ruime budgetten voor nieuwe activiteiten. De cultuurhistorie is nooit af, elke tijd ziet zijn verleden in een nieuwe spiegel en wil daarvoor een nieuwe vorm vinden. Om dat proces in onze tijd van nieuwe dynamiek te voorzien en betere kansen te bieden is dit beleidsplan geschreven.
2. Cultuurhistorische visie CPRN
In het Beleidsplan 2007-2009 hebben we allereerst de keuze gemaakt om uit de Nijmeegse geschiedenis drie thema’s te kiezen die elk samenvallen met een belangrijke groeiperiode van de stad. Voor elke periode is een werkgroep van leden samengesteld die zich bij die periode betrokken voelen en daarvoor ook publieksgerichte activiteiten organiseren. Aldus zijn er drie werkplannen opgesteld:
1 De Romeinen in Nijmegen
2 Nijmegen in de Middeleeuwen
3 Het Nijmeegs industrieel erfgoed.
Van deze drie thema’s was vooral die voor het thema Nijmeegs industrieel erfgoed opmerkelijk. De overweging van het platform om voor dit thema te kiezen ligt daarin dat de gangbare 19e-eeuwse industriële ontwikkeling aan Nijmegen grotendeels is voorbijgegaan. Daardoor is de, overigens wel omvangrijke, industriële ontwikkeling in Nijmegen pas laat op gang gekomen en was bovendien de basis daarvoor vrij zwak. De ondergang van veel van deze bedrijven in de jaren ’70 van de 20e eeuw is vervolgens in het kader van de stadsvernieuwing aangegrepen voor nieuwbouw van woningen op de vrijkomende locaties. Hierdoor zijn de fysieke herinneringen aan deze fase in de stedelijke geschiedenis in een hoog tempo verdwenen. Daarom koos CPRN er in 2007 voor om zich in te spannen deze ontwikkelingen hun eigen plek te geven in de stadsgeschiedenis en de resterende elementen te bewaren en onder de aandacht te brengen.
Een vierde thema is met name door de inzet van burgemeester De Graaf tot leven gebracht. Dit betreft het thema:
4 Oorlog en Vrede
met daarin als opvallende accenten: de herdenking van de Vrede van Nijmegen in 2010, de herdenking van 65 jaar Bevrijding in september 2009, de verdere uitbouw van de jaarlijkse herdenking van het bombardement van 22 februari 1944. Het CPRN heeft zich hierbij aangesloten en heeft in het verlengde hiervan actief de aansluiting bij het Platform bevorderd van organisaties die zich met name inzetten voor de herdenking van de gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog.
Als overkoepeling van deze vier periodegebonden prioriteiten heeft CPRN bij de gemeente Nijmegen gepleit voor een overkoepelende cultuurhistorische profilering van de stad. Wij hebben voorgesteld om daarvoor allereerst aansluiting te zoeken bij de volstrekt eigen ligging van Nijmegen op een uitgestrekte hoogte aan de Waal.
Vanaf de Romeinse tijd heeft dat Nijmegen een strategische positie bezorgd, met alle voor- en nadelen daarvan. Die hoogte was de basis voor de Romeinse militaire vestiging en de latere keizerpalts; maar ook was die ligging aan de Waal en vlakbij Maas de basis voor de marktstad Noviomagus en de opbloei van de Hanzestad in de Middeleeuwen. Die ligging was de basis voor de sterke oriëntatie op Keulen in oudheid en middeleeuwen, maar ook de basis voor de inzet van de vesting- en garnizoensstad Nijmegen als vooruitgeschoven post van fort Holland. Die strategische ligging vormde Nijmegen in 1944/1945 ook tot frontstad en springplank voor de operatie Veritable. Door die ligging is Nijmegen tevens een schakel in de verbinding van het (katholieke) zuiden en het (protestantse) noorden van Nederland. CPRN kiest daarom als overkoepelend thema voor de cultuur-historische invulling van het Nijmeegse stadsprofiel:
Nijmegen als scharnierpunt, strategisch gelegen op de stuwwal aan de Waal,
als verbinding van continentaal Europa met de delta van Maas en Rijn, van Noord- met Zuid-Nederland.
In aanvulling op deze inhoudelijke cultuurhistorische thema’s heeft CPRN in zijn eerdere beleidsplannen ervoor gekozen om in activiteiten en projecten prioriteit te geven aan visualisatie. Voor elk van onze leden geldt dat publieksgerichtheid van de activiteiten een wezenlijk kenmerk is. Daarbij is onvermijdelijk en noodzakelijk altijd de vraag aan de orde hoe het verleden voor het publiek gevisualiseerd kan worden. Dat kan gaan om: reconstructie of renovatie van een historisch object op locatie, om de weergave van een historisch object middels architectonische of artistieke
interpretatie, om reconstructie van historisch gedrag of leefwijze of om gebruik in moderne ontwikkelingen van specifieke stilistische elementen of vormen.
De keuze van CPRN om visualisatie zo’n centrale plaats in zijn beleid te geven is in het Beleidsplan 2007-2009 beargumenteerd vanuit de specifieke Nijmeegse situatie. Nijmegen heeft een rijke verleden aan bouwhistorie gehad, maar is het zicht op belangrijke elementen daarvan kwijt geraakt door de dynamiek van oorlogsgeweld, economie en nieuwe beleidsvisies. Daardoor blijft het beeld van Nijmegen achter bij wat je van de oudste stad in het land zou verwachten. Dat is de achtergrond bij elke discussie over visualisatie, of het daarbij nu gaat om het Romeinenfestival of het Gebroeders van Limburg Festival, de reconstructie van de Donjon, of het behoud van de fabriekshal van de Nijma-spinnerijen. Steeds gaat het erom om het verleden tastbaar en zichtbaar te houden en te integreren in het hedendaagse stadsleven.
Deze door het CPRN gemaakte keuze is door ons bij vele gelegenheden uitgedragen en heeft een goede respons gekregen, zowel in de publiciteit als in het gemeentelijk beleid. Er zijn ook duidelijke successen aan te wijzen met voorbeelden van geslaagde visualisatie, waarvoor het CPRN zich heeft ingezet, zoals de uitvergrotingen van Ulpia Noviomagus en 17e eeuws Nijmegen door Peter Nuyten in de parkeergarages van het Kelfkensbos en de Schaeck van Mathonsingel. Maar ook zijn er kansen gemist zoals bij de kelders van het oudste stenen huis van Nederland op de Josephhof of de resten van de dubbele stadsomwalling bij Plein 1944. Uiteindelijk gaat het bij realiseren van visualisatie vaak om beperkte budgetten, om belangen-afweging, en dan blijkt dat de cultuurhistorische belangen nog te vaak het onderspit delven. De door CPRN gegeven argumentatie om visualisatie centraal te stellen heeft daarom niets aan urgentie verloren.
Terugkijkend naar de Beleidsplannen 2007-2009 en 2010-2013 kan geconstateerd worden dat de gekozen inhoudelijke prioriteitenvan het CPRN goed aansluiten bij belangrijke cultuurhistorische actviteiten en projecten van de in CPRN bijeenkomende organisaties. Om enkele voorbeelden te noemen: de uitbouw van het Romeinenfestival en Gebroeders van Limburgfestival, de organisatie door Numaga van een grote manifestatie over de industriële geschiedenis van Nijmegen, diverse tentoonstellingen in Museum Het Valkhof en de Stratemakerstoren, zoals 75 jaar Waalbrug. Ook de nieuwe gemeentelijke visie op de invulling van de bouwplannen in Waalfront-West leunt sterk op de door CPRN daarvoor ingebrachte visie. Het tot en met 2013 ontwikkelde CPRN-beleid heeft daardoor niet alleen bijgedragen aan betere kansen voor de activiteiten van de leden, maar ook ruimte geschapen voor nieuwe initiatieven en gezamenlijke activiteiten.
3. Visualisatie: publieksgerichte activiteiten en manifestaties
Vanaf zijn ontstaan heeft CPRN visualisatie van de Nijmeegse cultuurhistorie als de richtsnoer gehanteerd bij het vormgeven van zijn standpunten en het ondersteunen van projecten van aangesloten organisaties. Hierbij gaat het zowel om de fysieke vast uitbeelding in gebouwen , kunstwerken of constructies, als om manifestaties, festivals en tentoonstellingen met een cultuurhistorisch thema. In de afgelopen 10 jaar hebben we kunnen zien dat deze aanpak door het cultuurhistorisch veld en het publiek wordt gedragen. Met name de stadsbrede stimulerende aanpak van Nijmegen 2000 heeft hieraan een zeer sterke impuls gegeven. Daarna is er een reeks van grotere en kleinere tentoonstellingen gerealiseerd en zijn diverse periodieke festivals tot bloei gekomen. Voorbeelden te over :
- Het is nu heel gewoon dat er kleine tentoonstellingen in het Huis van de Nijmeegse Geschiedenis of Stratemakerstoren worden opgezet in samenwerking met grote tentoonstellingen in Museum het Valkhof.
- Rond de landelijke Week van de Geschiedenis (Nu ‘Maand van de geschiedenis’ en ‘24uurs geschiedenis Nijmegen) in oktober is een stevig lokaal netwerk van cultuurhistorische organisaties gevormd dat een jaarlijkse uitgebreide manifestatie tot stand weet te brengen.
- Het Gebroeders van Limburgfestival en Romeinenfestival hebben een gestaag stijgende omvang en kwaliteit weten te combineren met een groeiende publieke belangstelling.
CPRN wil zich dan ook blijven inzetten om deze vorm van visualisatie te stimuleren. Daarbij zijn er twee prioriteiten waarvoor we in het bijzonder zullen blijven pleiten
3.a Het daverende succes, nu bijna 10 jaar geleden, van Nijmegen 2000 heeft het blijvende belang aangetoond van grote, stadsbrede manifestaties rond een gezamenlijk thema. Zo’n aanpak werkt katalyserend op bestaande en nieuwe initiatieven, en stimuleert de betrokkenheid van sponsoren en publiek. In ons vorige Beleidsplan ( 2010-2013) hebben we er daarom voor gepleit om Nijmegen kandidaat te stellen voor Europese Culturele Hoofdstad 2018. Dit is jammer genoeg niet overgenomen door de gemeente. Wij willen echter de blijvende meerwaarde van dit soort grote manifestaties ook in Nijmegen tot bloei laten komen en pleiten er daarom voor om in Nijmegen met enige regel- maat een cultuurhistorisch kroonjaar te vieren. Niet een specifieke kortdurende piekmanifestatie, maar een reeks van grotere en kleinere initiatieven rond een gezamenlijk thema, met een stevig centraal stimuleringsbudget. De gemeente dient hierin het voortouw te nemen, gericht op het kiezen van de centrale thematiek, het stimuleren van activiteiten daarbinnen door lokale initiatieven en organisaties, en op de externe communicatie en publiekswerving van het geheel. Als eerste suggestie brengen we in om in 2016 de relatie tussen Nijmegen en de Waal centraal te stellen. De werkzaamheden aan nieuwe en oude Waalbrug zijn dan afgerond en de nevengeul is gereed. Dat biedt bijvoorbeeld een prima kader voor de hopelijk dan ook afgeronde bouwprojecten als Vasim, Donjon, Stratemakerstoren, Oorlogs- en bevrijdingsmuseum en Lindenberghaven. Bovendien is 2016 het jaar van de 100e Vierdaagse en het 600e sterfjaar van de gebroeders Van Limburg (in 2015 600 jaar Johan Maelwael). Meer dan genoeg aanleiding cultuurhistorisch Nijmegen lokaal, nationaal en internationaal in de kijker te zetten.
3.b Meer nog dan bij de reconstructie of restauratie van bouwwerken of constructies is voor deze activiteiten blijvende steun van de gemeente noodzakelijk. Natuurlijk hebben alle publieksgerichte activiteiten in principe de mogelijkheid om sponsoring aan te trekken of bijdragen van het publiek te vragen. De ervaring leert echter ook dat met alleen particuliere bijdragen de kans zeer groot is dat onverwachte tegenslagen de begroting van een manifestatie volledig uit balans brengen. Regen en slecht weer houden maar al te gemakkelijk het publiek thuis en ondergraven de financiële basis van de betrokken organisatie, zeer zeker als de begroting in hoofdzaak op publieks- inkomsten is gebouwd. En ook voor het werven van sponsors is het van groot belang dat de betreffende activiteit een zekere erkenning heeft van de lokale overheid, dat als het ware een bodembestaan daarvan is gegarandeerd door lokale subsidies, door medewerking in de publieke ruimte en de bijbehorende vergunningen. Het behouden en uitbouwen van het ruime scala aan cultuurhistorische activiteiten en manifestaties vergt dan ook de blijvende betrokkenheid van de gemeente, zowel door het faciliteren als door financiële ondersteuning.
4. Visualisatie: bouwprojecten en prioriteiten
In de afgelopen jaren heeft CPRN als uitwerking van zijn algemene visie openbare steun gegeven aan reconstructie of restauratie van een vijftal grote gebouwen, welke wij als vijf sleutelprojecten beschouwen :
1- Renovatie Nijma/Vasim-gebouw;
2- Restauratie Stratemakerstoren,
3- Herbouw Donjon,
4- Restauratie Thermion Lent.
5- Reconstructie Romeins gebouw in Koers West (badhuis, tempel)
Hierbij is er steeds voor gewaakt dat deze steun niet tenkoste zou kunnen gaan van de gemeentelijke steun voor bestaande actviteiten. Onze inzet is er steeds op gericht geweest om deze projecten met nieuwe extra middelen uitgevoerd te krijgen alsook om waar nodig blijvende steun van de gemeente voor de hierbij betrokken CPRN-leden te bepleiten. De steun voor deze vijf projecten is door CPRN mede gegeven omdat wij van opvatting zijn dat deze een sleutelrol kunnen spelen in het visualiseren van het Nijmeegse verleden en het vergroten van de publieke steun voor cultuurhistorische activiteiten.
Van deze vijf projecten is het 4e (Thermiongebouw) nu afgerond en in gebruik; de projecten 1, 2 en 3 zijn vergevorderd met voorbereiding van het toekomstig gebruik en exploitatie, het architectonisch ontwerp en het benodigde budget. Project 5 is op dit moment nog slechts een idee dat door CPRN naar voren is gebracht om concrete vorm te geven aan onze inzet om in het ontwerp van Waalfront-West een belangrijke plaats in te ruimen voor de cultuurhistorie, in het bijzonder voor de Romeinse resten, met name een Romeinse tempel, en het industriële erfgoed. Inmiddels heeft de gemeente wel al ons voorstel overgenomen om vooruitlopend op concrete bouw-plannen de archeologische onderzoekingen op te starten. Dat biedt voldoende aanknopingspunten voor CPRN om dit idee verder uit te werken en daarvoor steun te zoeken.
In samenhang met de steun voor deze vijf sleutelprojecten heeft CPRN zich tevens ingezet voor een goede afstemming met de ruimere omgeving van de projecten. Concreet gaat het dan om :
1. Het verwerken van het cultuurhistorisch profiel in de plannen voor nieuwbouw en herinrichting van Waalfront-West
2. Het vormgeven van het Valkhofkwartier als drager van 2000 jaar Nijmeegse geschiedenis.
3. Het cultuurhistorisch inkleuren van de Waalsprong
Voor de komende periode zullen de hierboven genoemde restauraties en reconstructies, de cultuurhistorische inkleuring van hun omgeving en de afstemming daarop van de aanvullende nieuwbouw nog zeer veel aandacht van CPRN vragen. Er is dus alle aanleiding deze projecten onze volle aandacht te blijven geven. Daarbij gaat het niet alleen om de in te passen functies, de architectonische vormgeving of de stedebouwkundige inbedding. Steeds belangrijker wordt het ook om duurzame particuliere investeringen in dit soort projecten mogelijk te maken. De overheidsbudgetten staan onder hevige druk en vaak ontbreekt de financiele ruimte bij de overheid om de investering en exploitatie voor dit soort projecten volledig te dragen. Om deze projecten dan toch haalbaar te maken is een creatieve samenwerking tussen overheid en particulier initiatief noodzakelijk. Het CPRN bepleit het ontwikkelen van ‘business cases’, waarin private partijen, overheid en cultuurhistorische instellingen samenwerken. Dat brengt zeker risico’s met zich mee voor de verantwoorde omgang met de cultuurhistorische kwaliteit. Maar er zijn genoeg voorbeelden, ook in Nijmegen, waarin met respect voor de cultuurhistorische waarden door particulieren geinvesteerd is een duurzame oplossing voor waardevolle onderdelen van onze stad: Waaggebouw, Arsenaal, Canisiuscollege, LIMOS-terrein met kazernes, talloze panden langs de grote singels en Volksbelang vormen slechts een kleine greep uit de talloze panden waarin particulier belang en behoud van cultuurhistorische waarden op een verantwoorde wijze is gerealiseerd. In de nabije toekomst gaat het o.a. over het Weeshuis, Synagoge (voormalig Natuurmuseum), kelders van de gebroeders Van Limburg, diverse kerkgebouwen en industriële panden. CPRN steunt deze ontwikkeling, waarbij wij wel drie belangrijke randvoorwaarden formuleren : 1 de gemeente dient een breed onderbouwd en actueel overzicht te onder- houden van de cultuurhistorische waarden van gebouwen, archeologische resten en de daarbij betrokken omgeving; 2 via de gemeentelijke monumentenlijst moet er voldoende bescherming worden geboden aan deze waarden en restten; 3 de gemeente dient zelf een voldoende investeringsbudget in stand te houden om particulieren te steunen bij onderhoud en restauratie van de soms zeer kostbare cultuurhistorische aspecten of onderdelen van met name de grote projecten zoals hierboven genoemd: Vasim, Stratemakerstoren, Donjon.
5. Resumé en prioriteiten 2014-2017
5.1 Doelstelling, samenstelling en werkwijze
Het CPRN stelt zich als doel om de belangstelling voor de cultuurhistorie in Nijmegen en omgeving te bevorderen en om het cultuurhistorisch erfgoed te duurzaam en publieksgericht te behouden. Het platform staat open voor alle organisaties, die actief zijn op het terrein van de cultuurhistorie en daarvoor de samenwerking met anderen zoeken.
Het CPRN richt zich in zijn activiteiten op het bevorderen van de discussie en samenwerking tussen de leden, op het ontwikkelen van een gezamenlijke visie op hoofdlijnen, draagt bij aan de publieke discussie over cultuurhistorie en treedt bij de gemeente op als belangenbehartiger van het cultuurhistorische werkveld van
Nijmegen. Bij alle activiteiten heeft het CPRN als basispositie dat de aangesloten organisaties hun eigen beleid voeren en daarin autonoom zijn, zowel opzichte van het CPRN als geheel als naar de andere leden afzonderlijk.
5.2 Cultuurhistorische visie CPRN
Het CPRN heeft vier thema’s gekozen waarvoor zij bijzondere aandacht vraagt.
Deze vallen elk samen met een periode van de stad:
1- De Romeinen in Nijmegen
2- Nijmegen in de Middeleeuwen
3- Het Nijmeegs industrieel erfgoed
4- Oorlog en Vrede
Als overkoepelend thema voor de cultuurhistorische invulling van het Nijmeegse stadsprofiel heeft het CPRN ervoor gekozen om Nijmegen te profileren als:
scharnierpunt, strategisch gelegen op de stuwwal aan de Waal, als verbindingvan continentaal Europa met de delta van Maas en Rijn, van Noord-met Zuid-Nederland.
5.3 Realisatie
Bij de realisatie van de cultuurhistorische thema’s staat voor het CPRN de vraag centraal: hoe kan het verleden voor het publiek gevisualiseerd kan worden.
De keuze van CPRN om visualisatie zo’n centrale plaats in zijn beleid te geven volgt voor het platform uit de specifieke Nijmeegse situatie. Nijmegen heeft een rijke verleden aan bouwhistorie gehad, maar is het zicht op belangrijke elementen daarvan kwijt geraakt door de dynamiek van oorlogsgeweld, economie en nieuwe beleidsvisies. Daardoor blijft het beeld van Nijmegen achter bij wat je van de oudste stad in het land zou verwachten. Dat is de achtergrond bij elke discussie over visualisatie, of het daarbij nu gaat om het Romeinenfestival of het Gebroeders van Limburg Festival, de reconstructie van de Donjon, of het behoud van de fabriekshal van de Nijma-spinnerijen. Steeds gaat het erom om het verleden tastbaar en zichtbaar te houden en te integreren in het hedendaagse stadsleven.
Vooral bij grotere gebouwen en nieuwe functionele invulling daarvan gaat het om grote investeringen. De overheidsbudgetten staan echter onder hevige druk en vaak
ontbreekt de financiële ruimte bij de overheid om de investering en exploitatie voor dit soort projecten volledig te dragen. Om deze projecten dan toch haalbaar te maken is een creatieve samenwerking tussen overheid en particulier initiatief noodzakelijk.
CPRN staat open voor deze publiekprivate samenwerking, waarbij wij wel driebelangrijke randvoorwaarden formuleren ter bescherming van de cultuurhistorische waarden: 1- de gemeente dient een breed onderbouwd en actueel overzicht te onderhouden van de cultuurhistorische waarden van gebouwen, archeologische resten en de daarbij betrokken omgeving; 2- via de gemeentelijke monumentenlijst moet er voldoende bescherming
worden geboden aan deze waarden en restten;
3- de gemeente dient zelf een voldoende investeringsbudget in stand te houden om particulieren te steunen bij onderhoud en restauratie van de soms zeer kostbare cultuurhistorische aspecten of onderdelen van met name de grote projecten zoals Vasim, Stratenmakerstoren, Donjon, St Stevenskerk.
Het CPRN zal zo mogelijk in samenwerking met de gemeente het initiatief nemen om een conferentie te weiden aan succesvolle business cases bij investeringen voor het duurzame gebruik van cultuurhistorisch belangrijke gebouwen.
5.4 Visualisatie: publieksgerichte activiteiten en manifestaties
Met name de stadsbrede stimulerende aanpak van Nijmegen 2000 heeft een zeer sterke impuls gegeven aan het organiseren van tentoonstellingen, manifestaties en festivals met een cultuurhistorisch thema. De belangstelling hiervoor is duurzaam en gestaag groeiend. Het CPRN wil zich dan ook blijven inzetten om deze vorm van visualisatie te stimuleren. Daarbij zijn er twee prioriteiten waarvoor we in het bijzonder zullen blijven pleiten.
1- Het behouden en uitbouwen van het ruime scala aan cultuurhistorische activiteiten en manifestaties vergt de blijvende betrokkenheid van de gemeente, zowel door het faciliteren als door financiële ondersteuning. Het CPRN zal zich dan ook blijven inzetten voor een ruim gemeentelijk budget ter ondersteuning van deze cultuurhistorische activiteiten.
2- Wij stellen voor om met enige regelmaat een grote stadsbrede reeks cultuur- historische manifestaties te organiseren. De gemeente dient hierin het voortouw te nemen, gericht op het kiezen van de centrale thematiek, het stimuleren van activiteiten daarbinnen door lokale initiatieven en organisaties, en op de externe communicatie en publiekswerving van het geheel. Als eerste suggestie brengen we in om dit als eerste te realiseren in 2016, gericht op de relatie tussen Nijmegen en de Waal. De werkzaam- heden aan nieuwe en oude Waalbrug zijn dan afgerond en de nevengeul is gereed. Dat biedt bijvoorbeeld een prima kader voor de hopelijk dan ook afgeronde bouwprojecten als Vasim, Donjon, Stratemakerstoren. Met daarnaast aandacht voor 100 jaar Vierdaagse en 600 jaar Maelwael/Van Limburg.
5.5 Visualisatie: vijf sleutelprojecten
In de afgelopen jaren heeft CPRN als uitwerking van zijn algemene visie openbare steun gegeven aan reconstructie of restauratie van een vijftal grote gebouwen: Vasim, Stratenmakerstoren, Donjon, Thermion Lent, reconstructie (badhuis of tempel) in Waalfront-Weest. .Hierbij hebben wij steeds als randvoorwaarde gehanteerd dat deze projecten niet ten koste mogen gaan van gemeentelijke steun aan bestaande actviteiten en bovendien sterk verbeterde en blijvende kansen moeten bieden voor cultuurhistorische actviteiten. Binnen die randvoorwaarden zien wij deze projecten als sleutelprojecten, die bij juiste invulling en gebruik kunnen dienen als katalysator voor een cultuurhistorische inkleuring van hun wijdere omgeving. In samenhang met deze sleutelprojecten zet het CPRN zich daarom tevens in voor afstemming met de ruimere omgeving van de projecten. Concreet gaat het dan om :
1- Het verwerken van het cultuurhistorisch profiel in de plannen voor nieuwbouw en herinrichting van Waalfront-West, met als sleutelprojecten: Vasim, Fort Krayenhoff en Romeins badhuis, en/of tempel. 2- Het vormgeven van het Valkhofkwartier als drager van 2000 jaar Nijmeegse geschiedenis, met als sleutelp rojecten: Stratenmakerstoren, Donjon en Lindenberghaven.
3- De cultuurhistorische inkleuring van de Waalsprong en nevengeul.
CPRN, 2 september 2013 – 10 maart 2014
Inleiding
Het Cultuurhistorisch Platform Rijk van Nijmegen is opgericht in 2005 en heeft zich als doel gesteld om alle organisaties te verenigen die zich publieksgericht inzetten voor de cultuurhistorie van Nijmegen en omstreken. In dit streven is het CPRN zeer succesvol; op dit moment zijn 30 organisaties aangesloten. Om toegelaten te worden tot CPRN dient een organisatie als rechtspersoon te zijn ingericht (stichting, vereniging), de gerichtheid op de cultuurhistorie van Nijmegen en/of omstreken moet statutair zijn verankerd, en de organisatie moet publieksgerichte activiteiten organiseren.
In 2007 heeft het CPRN na een uitgebreide interne discussie zijn Beleidsplan 2007-2009 vastgesteld. Op basis hiervan heeft het CPRN zich ontwikkeld tot een levendig platform dat de samenwerking van de aangesloten organisaties stimuleert, bijdraagt aan de publieke discussie over cultuurhistorie en bij de gemeente optreedt als belangenbehartiger van het cultuurhistorische werkveld van Nijmegen. Het is nu tijd om de in 2007 ingezette koers te evalueren en waar nodig bij te stellen.
In het voorliggende Beleidsplan 2010-2013 presenteert CPRN zijn beleid voor de komende jaren. Daarbij richten we ons zowel op de gemeenschappelijke inhoudelijke doelen, als op de door het platform te hanteren interne werkwijzen. In het verlengde hiervan gaan we ook in op de wijze waarop we de cultuurhistorische belangen-behartiging bij de lokale politiek en het gemeentebestuur vorm willen geven.
1. Terugblik werkwijze CPRN uit Beleidsplan 2007-2009
In het Beleidsplan 2007-2009 heeft CPRN zijn werkwijze als volgt omschreven.
Het CPRN heeft als basispositie dat de aangesloten organisaties hun eigen beleid voeren en daarin autonoom zijn, zowel opzichte van het CPRN als geheel als naar de andere leden afzonderlijk. De meerwaarde van het platform is allereerst gelegen in de kansen die het de leden biedt om kennis te nemen van elkaars doelstellingen en voorgenomen activiteiten. Op basis daarvan stimuleert het platform dat de leden onderlinge verbindingen zoeken om initiatieven te combineren. Het CPRN zal als pleitbezorger van deze gezamenlijke initiatieven kunnen optreden en als aanspreekpunt van de gemeente bij de beleidsvorming op het vlak van de cultuurhistorie.
Aanvullend hierop kan CPRN ook commissies vormen om bijdragen te leveren aan de menings- en beleidsvorming. Dit kan betrekking hebben op thema’s die voor een groot deel van de leden of hun activiteiten van groot belang blijken te zijn. Of het kan gaan om een langdurige nieuwe ontwikkeling, bijvoorbeeld een groot ruimtelijk plan, waarin zeer veel cultuurhistorische aspecten uit verschillende periodes van belang zijn en waarvoor een integrale reactie naar de beleidsvormers gewenst is. In die situatie kan het CPRN een commissie instellen waarin de verschillende invalshoeken deskundig zijn vertegenwoordigd en van waaruit aan de meningsvorming kan worden bijgedragen. Tenslotte is er de mogelijkheid dat er zich zaken voordoen in de actualiteit waarbij de leden vinden dat een gezamenlijke reactie op korte termijn nodig is. In dat geval kan het bestuur van het CPRN na elektronische consultatie van de leden met een verklaring naar publiciteit zoeken.
Inmiddels kan geconstateerd worden dat het CPRN erin is geslaagd om niet alleen het gehele cultuurhistorische werkveld van Nijmegen en omstreken te verenigen, maar ook om met dat zeer diverse genootschap de hierboven beschreven werkwijze tot leven te brengen. Dat klinkt eenvoudiger dan het is; het CPRN verenigt kleine en grote organisaties, professionals en amateurs. Niet alleen is het CPRN in staat gebleken om deze verscheidenheid bijeen te brengen, maar ook is het platform erin geslaagd om een constructieve dialoog tussen deze partners te organiseren, maar ook om ze te inspireren tot gezamenlijke projecten. In het verlengde daarvan is het bestuur van het platform door de gemeente en de raadsfracties aanvaard als gesprekspartner bij de vormgeving van het gemeentelijke beleid op het terrein van de cultuurhistorie.
Onze conclusie is dan ook dat de in het beleidsplan 2007-2009 beschreven werkwijze ongewijzigd kan worden gehandhaafd. Dit zowel voor de interne werkwijze van het platform als voor de externe vertegenwoordiging van het platform door het bestuur.
Wij hopen dat het nu voorliggende Beleidsplan 2010-2013 door de gemeentelijke overheid zal worden aangegrepen om de cultuurhistorische invalshoek verder te verankeren in het gemeentelijke beleid. Niet alleen voor de continuering van de steun voor de lopende activiteiten van de afzonderlijke leden van het CPRN, maar ook door het opnemen van blijvende en ruime budgetten voor nieuwe activiteiten. De cultuurhistorie is nooit af, elke tijd ziet zijn verleden in een nieuwe spiegel en wil daarvoor een nieuwe vorm vinden. Om dat proces in onze tijd van nieuwe dynamiek te voorzien en betere kansen te bieden is dit beleidsplan geschreven.
2. Inhoudelijke terugblik Beleidsplan 2007-2009
In het Beleidsplan 2007-2009 hebben we allereerst de keuze gemaakt om uit de Nijmeegse geschiedenis drie periodes te kiezen die elk samenvallen met een belangrijke groeiperiode van de stad. Voor elke periode is een werkgroep van leden samengesteld die zich bij die periode betrokken voelen en daarvoor ook publieksgerichte activiteiten organiseren. Aldus zijn er drie werkplannen opgesteld :
Van deze drie thema’s was vooral die voor het thema Nijmeegs industrieel erfgoed verrassend. De overweging van het platform om voor dit thema te kiezen ligt daarin dat de gangbare 19e eeuwse industriële ontwikkeling aan Nijmegen is voorbijgegaan; allereerst door de vestingstatus van de stad en vervolgens door de bestuurlijke keuze om Nijmegen bij de ontmanteling van de vestingwerken met name zich als woonstad voor welvarenden te ontwikkelen. Daardoor, zo staat het in het Beleidsplan 2007-2009, is de industriële ontwikkeling in Nijmegen pas laat op gang gekomen en was bovendien de basis daarvoor vrij zwak. De ondergang van bijna al deze bedrijven in de zeventiger jaren van de 20e eeuw is vervolgens in het kader van de stadsvernieuwing aangegrepen voor nieuwbouw van woningen op de vrijkomende locaties. Hierdoor zijn de fysieke herinneringen aan deze fase in de stedelijke geschiedenis in een hoog tempo verdwenen. Daarom koos CPRN er in 2007 voor om zich in te spannen deze ontwikkelingen hun eigen plek te geven in de stadsgeschiedenis en de resterende elementen te bewaren en onder de aandacht te brengen.
In aanvulling op deze drie periodegebonden prioriteiten zijn in het Beleidsplan 2007-2009 vervolgens twee overkoepelende onderwerpen gekozen met een gezamenlijk belang voor het gehele platform.
Voor elk van onze leden geldt dat publieksgerichtheid van de activiteiten een wezenlijk kenmerk is. Daarbij is onvermijdelijk en noodzakelijk altijd de vraag aan de orde hoe het verleden voor het publiek gevisualiseerd kan worden. Dat kan gaan om: reconstructie of renovatie van een historisch object op locatie, om weergave van een historisch object middels architectonische of artistieke interpretatie, om reconstructie van historisch gedrag of leefwijze of om gebruik in moderne ontwikkelingen van specifieke stilistische elementen of vormen (zuilen en tympanen).
De keuze van CPRN om visualisatie zo’n centrale plaats in zijn beleid te geven is in het Beleidsplan 2007-2009 beargumenteerd vanuit de specifieke Nijmeegse situatie. Nijmegen heeft een rijke verleden aan bouwhistorie gehad, maar is het zicht op belangrijke elementen daarvan kwijt geraakt door de dynamiek van oorlogsgeweld, economie en nieuwe beleidsvisies. Daardoor blijft het beeld van Nijmegen achter bij wat je van de oudste stad in het land zou verwachten. Dat is de achtergrond bij elke discussie over visualisatie, of het daarbij nu gaat om het Romeinen festival of het Gebroeders van Limburg Festival, de reconstructie van de Donjon, of het behoud van de fabriekshal van de Nijma-spinnerijen. Steeds gaat het erom om het verleden tastbaar en zichtbaar te houden en te integreren in het hedendaagse stadsleven.
Opvallend was hierbij vooral de argumentatie om de cultuurhistorische invulling van Koers West, het nieuwe Waalfront in Nijmegen-West, tot prioriteit te verklaren. Daarom wordt deze hierna overgenomen. Het betreft een deel van de stad dat in alle perioden van de stadsgeschiedenis een specifieke invulling heeft gehad, waarvan bovendien belangrijke sporen of onderdelen nu nog meest aanwezig zijn. Zo ergens, dan kan Nijmegen juist hier de lijn van zijn gehele geschiedenis inpassen in een moderne herontwikkeling, deze publiek toegankelijk maken en zichtbaar houden. Daarvoor moet echter al in een vroeg stadium van de planvorming de randvoorwaarden geschapen en de doelen worden vastgelegd. Zeker is er aandacht gegeven aan dit aspect in de tot nu toe bekendgemaakte plannen. Gezien de eerdere ervaringen is het CPRN er echter niet gerust op dat de cultuurhistorie van dit gebied voldoende aandacht zal krijgen in de voortdurende praktische en financiële afwegingen die bij de herontwikkeling van dit gebied zullen worden gemaakt.
De huidige dynamiek in Nijmegen-Noord bevestigd onze zorg dat andere belangen prioriteit krijgen boven cultuurhistorische visualisaties, zodat een actieve houding van het CPRN noodzakelijk is.
3. Inhoudelijke aanvullingen op beleidsplan in periode 2007-2009
Terugkijkend naar 2007-2009 kan geconstateerd worden dat de de gekozen inhoudelijke prioriteiten het CPRN goed aansluiten bij belangrijke cultuurhistorische actviteiten en projecten van ons platform. Om enkele voorbeelden te noemen: de uitbouw van het Romeinen Festival en Gebroeders van Limburg Festival, de organisatie door Numaga van een grote manifestatie over de industriële geschiedenis van Nijmegen, diverse tentoonstellingen in museum het Valkhof en de Stratemakerstoren. Ook heeft de het CPRN zelf een goedbezochte discussie-bijeenkomst georganiseerd over de cultuurhistorische invulling van het nieuwe Waalfront in Nijmegen-West.
Een inhoudelijk nieuw thema is met name door de inzet van burgemeester de Graaf tot leven gebracht. Dit betreft het thema Oorlog en Vrede met daarin als opvallende accenten: de herdenking van de Vrede van Nijmegen in 2010, de herdenking van 65 jaar Bevrijding in september 2009, de verdere uitbouw van de jaarlijkse herdenking van het bombardement van 22 februari 1944. Het CPRN heeft zich hierbij aangesloten en heeft in het verlengde hiervan actief de aansluiting bij het Platform bevorderd van organisaties die zich met name inzetten voor de herdenking van de gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog.
In het verlengde van ons Beleidsplan 2007-2009 heeft het CPRN bij de gemeente ook gepleit voor een cultuurhistorische inkleuring van de citymarketing. Onze kritiek was dat het stadsprofiel te veel ad hoc werd ingekleurd vanuit een toeristisch of economisch belang. Wij hebben ervoor gepleit om de cultuurhistorie als basis te kiezen voor dit stadprofiel en de economische, toeristische of andere aspecten daarin als accenten in te vlechten. Inmiddels zien we dat deze zienswijze steeds meer door de gemeente als richtlijn wordt gehanteerd in diverse beleidsstukken.
Tenslotte heeft CPRN besloten om in het verlengde van onze keuze voor visualisatie als verbindende benadering nu ook de Cultuurhistorische Educatie als een belangrijke gezamenlijke prioriteit van de aangesloten organisaties aan te wijzen. Alle leden delen met elkaar de publieksgerichtheid bij hun activiteiten en projecten. De daarin gekozen werkwijzen laten een rijke mengeling zien van klassieke en beproefde methoden met nieuwe technieken en werkwijzen. Elke doelgroep vraagt zijn eigen benadering: wat werkt voor de kinderen van de basisschool hoeft niet te werken voor volwassenen. En wat goed werkt bij een grote stedelijke manifestatie kan de plank misslaan bij een wijkgerichte kleinschalige activiteit. Het CPRN voegt daarom voor de komende periode het thema Cultuurhistorische Educatie toe aan zijn prioriteiten.
4. Prioriteiten 2010-2013
Uit de hierboven beschreven inhoudelijke terugblik op de periode 2007-2009 kan vrij snel een overzicht worden gedestilleerd van de belangrijkste cultuurhistorische prioriteiten die CPRN kiest voor de periode 2010-2013. Dat zijn :
1- Romeinen in Nijmegen,
2- Nijmegen in de Middeleeuwen,
3- Industrieel Erfgoed,
4- Tweede Wereldoorlog, bevrijding en wederopbouw.
5- Cultuurhistorische inkleuring van Waalfront-West en Nijmegen-Noord
6- Cultuurhistorie als basis voor het stadsprofiel in de citymarketing
7- Visualisatie als verbindende aanpak, met prioriteit voor Cultuurhistorische
Educatie
Wij willen nu echter een stap verder zetten en niet blijven staan bij zo’n brede opsomming. Mede als bijdrage aan de vorming van een cultuurhistorische basis voor het stadsprofiel willen we een voorzet geven voor een overkoepelend thema, dat de kern van 2000 jaar Nijmeegse cultuurhistorie kan dragen. Zo’n thema moet enerzijds een zekere abstractie bezitten om voor elk van de grote tijdperken of specifieke thema’s toepasbaar te zijn, maar moet anderzijds ook een aantal wezenlijke en specifieke kenmerken bezitten, waarmee Nijmegen krachtig wordt gepositioneerd.
Wij denken dat daarvoor allereerst aansluiting kan worden gezocht bij de volstrekt eigen ligging van Nijmegen op een uitgestrekte hoogte aan de Waal. Vanaf de Romeinse tijd heeft dat Nijmegen een strategische positie bezorgd, met alle voor- en nadelen daarvan. Die hoogte was de basis voor de Romeinse militaire vestiging en de latere keizerpalts; maar ook was die ligging aan de Waal en vlak bij Maas de basis voor de marktstad Noviomagus en de opbloei van de Hanzestad in de Middeleeuwen. Die ligging was de basis voor de sterke oriëntatie op Keulen in oudheid en middeleeuwen, maar ook de basis voor de inzet van de vesting- en garnizoensstad Nijmegen als vooruitgeschoven post van fort Holland. Die strategische ligging vormde Nijmegen in 1944/1945 ook tot frontstad en springplank voor de operatie Veritable. Door die ligging is Nijmegen een schakel in de verbinding van het (katholieke ) zuiden en het (protestantse ) noorden van Nederland.
Wij stellen daarom voor om als overkoepelend thema voor de cultuurhistorische inkleuring van het Nijmeegse stadsprofiel te kiezen voor :
I. Nijmegen als scharnierpunt, strategisch gelegen op de stuwwal aan de Waal,
als verbinding van continentaal europa en de Hollandse delta, van Noord- en
Zuid Nederland,
II. de vormgeving van het cultuurhistorisch profiel primair in te zetten op
Visualisatie, zowel activiteiten als investeringen, met daarbij bijzondere
aandacht voor cultuurhistorische educatie.
5. Terugblik op voorgestelde subsidiebeleid van Beleidsplan 2007-2009
Het Beleidsplan 2007-2009 van het CPRN besluit met een pleidooi voor een stevige verhoging van de gemeentelijke budgetten voor zowel cultuurhistorische activiteiten als voor cultuurhistorische investeringen. Als belangrijkste argument daarvoor werd gegeven dat de cultuurhistorie niet alleen als een wetenschappelijk resultaat in archieven of boeken moet vastliggen, maar dat die resultaten naar het publiek moeten worden gebracht, om daarbij waar mogelijk het publiek zelf actief te laten worden. Concreet stelde het platform voor:
1.-- opname in de gemeentelijke begroting van een budget cultuurhistorische activiteiten, met een omvang van 0.25 miljoen euro per jaar, t.b.v. festivals, debat, tentoonstellingen etc.
2-- opname in de gemeentelijke begroting van een jaarlijks budget van 1.0 miljoen Euro voor cultuurhistorische investeringen, bijvoorbeeld i.v.m. reconstructies, ontsluiting, artistieke herschepping of andere vormen van visualisatie.
3.- een jaarlijks herhaalde open planprocedure voor de inzet van beide budgetten, waardoor er een herkenbare publiek/politieke discussie over de te stellen prioriteiten en te maken keuzes voor de inzet van deze middelen kan ontstaan.
Terugkijkend zijn er in de periode 2007-2009 verschillende ontwikkelingslijnen in het gemeentelijk cultuurhistorisch beleid te onderscheiden.
- Burgemeester de Graaf (citymarketing) en de twee meest betrokken wethouders (Kunst voor cultuur en Depla voor cultuurhistorie) hebben een regulier overleg ingericht (BT = Bestuursteam) voor de afstemming van hun beleid met betrekking tot cultuurhistorie. Wij bepleiten dat dit wordt voortgezet door het nieuwe college van B&W, aangepast aan de actuele verdeling van de portefeuilles.
- In elk van de drie portefeuilles is duidelijk meer aandacht gegeven aan de cultuurhistorie. Dit heeft geleid tot diverse extra subsidies voor cultuurhistorische activiteiten en extra investeringen. Tevens zijn er beleidsnota’s vastgesteld of in afronding die een kader scheppen voor verdere uitvouw van het Cultuurhistorisch profiel van de stad : Beleidsplan CityMarketing, Toerisme nota, nota Het Verleden verbeeld.
- Wij hebben herhaald overlegd met het College van B&W en met de fracties uit de gemeenteraad. Onze inzet daarbij was dat de gemeente onze inhoudelijke cultuurhistorische beleidsprioriteiten zou overnemen en daarvoor voldoende middelen zou vrijmaken. Inmiddels heeft de gemeenteraad zich unaniem uitgesproken (motie van Ben van Hees) voor inzet van 5 miljoen euro voor cultuurhistorische investeringen, de concrete invulling met nieuwe projecten is echter (nog) niet helder. Eveneens is nog niet helder hoe het totaal aan bezuinigingen en intensiveringen van het coalitieakkoord voor het nieuwe College zal uitpakken.
Als we onze inzet uit het Beleidsplan 2007-2009 afzetten tegen de behaalde resultaten
zien we dat onze concrete voorstellen ( bv 1.0 miljoen euro investeringen per jaar en 0.25 mlj activiteitensubsidie per jaar ) niet zijn overgenomen, maar dat er desondanks toch een duidelijke intensivering van het gemeentelijk beleid inzake cultuurhistorie heeft plaatsgevonden, en wel in de door ons bepleite richting. Dit pleit ervoor om niet meer een precies en statisch doel in ons beleidsprogramma op te nemen, maar een wat flexibelere formulering te kiezen, die ruimte laat om als platform in te spelen op nieuwe mogelijkheden, zowel voor de kortere als de langere termijn.
6. Actiepunten t.b.v. gemeentelijk beleid 2010-2013
Aansluitend op de hierboven beschreven ontwikkeling van onze resultaten bij de gemeentelijke beleidsvorming hebben we als Platform in 2009 en 2010 gepleit voor meer middelen voor cultuurhistorische activiteiten en investeringen bij de gemeente. Hierbij springen twee stellingnamen er in het bijzonder uit:
Allereerst bepleiten we om de restauratie cq reconstructie van een vijftal gebouwen
veilig te stellen die wezenlijk zijn voor het beeld van Nijmegen als oudste stad van het land met een rijke geschiedenis.Daarnaast bepleiten we om een beleidsagenda te ontwikkelen voor cultuur-historische activiteiten, waarbij in elk jaar een breed thema centraal staat en eenmaal per vier jaar een grootschalig en breed ingevuld Nijmegen Oudste Stad Festival (Nijmegen-2000) wordt georganiseerd.
Beide actiepunten lichten we hierna kort toe.
6.A Reconstructie of restauratie van vijf beeldbepalende gebouwen
Wij bepleiten om in de periode 2010/2013 de volgende cultuurhistorisch gebouwen te reconstrueren of restaureren :
1- renovatie Nijma/Vasim-gebouw;
2- restauratie Stratemakerstoren,
3- herbouw Donjon,
4- restauratie ThermionLent.
5- reconstructie Romeins gebouw in Koers West (badhuis, tempel)
Elk van deze gebouwen vertegenwoordigt cruciale onderdelen uit de Nijmegse cultuurhistorie en heeft de potentie om in zijn (toekomstige ) omgeving katalyserend te werken in het versterken van de cultuurhistorische uistraling van Nijmegen. Voor de eerste vier zijn reeds particuliere initiatieven ingezet. Wij zullen bij de gemeente bepleiten om enerzijds deze initiatieven te ondersteunen, maar anderzijds ook daar waar nodig financieel bij te springen om de cultuurhistorische waarde van deze restauraties cq reconstructies veilig te stellen.
6.B Meerjarenkalender cultuurhistorische activiteiten
Het CPRN bepleit om een meerjarenkalender voor cultuurhistorische activiteiten waarbij we per jaar een specifiek, breed gekozen thema centraal willen stellen en bovendien voorstellen om eenmaal per vier jaar een grootschalig en breed geschakeerd Nijmegen2000-Festival te organiseren.
Als belangrijke randvoorwaarde voor deze aanpak moet gelden dat zo'n jaarthema een vrij algemeen ma zijn waarin veel van onze leden inspiratie kunnen vinden om alleen of in combinatie met anderen een bijdrage aan te kunnen leveren. Om deze reden wijzen we een themajaar dat zich expliciet op een bepaalde periode richt af als een te beperkende aanpak.
Wat CPRN ook heel wezenlijk vindt is dat de invulling van een themajaar niet ten koste mag gaan van de bestaande activiteiten, maar nadrukkelijk nieuwe mogelijkheden in geld en faciliteiten biedt. Hiervoor verwijzen we nogmaals naar de geslaagde aanpak rond Nijmegen 2000, waarin ongelofelijk veel energie is losgemaakt door het samengaan van een inspirerend thema met een aanbod van extra middelen en een stevige ondersteunende projectorganisatie.
Met de positieve ervaring van Nijmegen 2000 achter ons pleiten we er zeer nadrukkelijk voor om de themajaren in een vierjarige cyclus op te nemen. In drie van de jaren zou dan gekozen kunnen worden voor thema's die vrij direct aansluiten bij en versterking geven aan bestaande activiteiten. Het vierde jaar zou een stadsbrede en evenementachtige aanpak moeten krijgen naar voorbeeld van Nijmegen 2000: een dusdanig thema, met zoveel extra middelen en projectondersteuning dat elk van die jaren een blijvende verdieping van het profiel van Nijmegen als oudste stad van Nederland zal opleveren. Het thema is derhalve ‘Nijmegen Oudste Stad van Nederland’. Waarom zouden we dat eenmalig in 2005 vieren en het niet om de vier jaar onder de speciale aandacht van een breed nationaal en internationaal publiek brengen? Die systematiek van vier jaar heeft als voordeel dat het overeenkomt met de duur van een coalitieakkoord waar wethouders zich aan verbinden en met financieringsmogelijkheden (geld reserveren). Een dergelijke systematiek van vierjaarlijkse kroonjaren is gunstig voor de citymarketing en kan ook een juist kader bieden voor de restauratie of reconstructie van de vijf bouwwerken die het CPRN in de komende jaren wil ondersteunen: Vasim, Stratemakerstoren, Donjon, Thermion en Romeins Badhuis.
6.B1 Voor de om de vier jaar te organiseren kroonjaren met een Nijmegen2000-Festival zien we als eerste aanzet goede mogelijkheden in 2013 en 2017. In 2013 viert Nederland 200 jaar Koninkrijk der Nederlanden, hetgeen bijzondere mogelijkheden biedt om een specifieke Nijmeegse bijdrage te presenteren. In 2017 vieren we dat de Nijmeegse godenpijler 2000 jaar oud is, waarmee de bijzondere scharnierpositie van Nijmegen kan worden gemarkeerd zoals hierboven omschreven.
6.B2 Voor de invulling van thema’s de overige jaren in de voorgestelde cultuurhistorische meerjarenagenda zien we de volgende mogelijkheden welke voldoende aanknopingspunten bieden aan onze leden om rond de genoemde thema's in samenwerking tot extra activiteiten te komen.
Uitgaande van deze structuur komen we tot de volgende concrete voorstellen voor de meerjarenagenda 2011/2013
2011: Nijmegen omarmt de Waal, 75 jaar Waalbrug (RAN, MHV, ESJI, NBiB), opening de Oversteek (nieuwe stadsbrug), geschiedenis gierpont, Romeinse overbrugging (expo Romeinse techniek MHV), transport (NBiB)….
(alternatief) Een alternatief hiervoor zou kunnen zijn om voor 2011 het industrieel erfgoed centraal te stellen. Een groot deel van de onderdelen die hierboven zijn genoemd als onderdeel van Nijmegen omarmt de Waal passen ook in het thema Industrieel erfgoed. Bovendien zou hierin ook het thema 100jaar Volkshuisvesting passen waarop thans van particuliere zijde een aantal actviteiten worden voorbereid.
2012: Francia Media (frankische periode)), de rol van Middeleeuws Nijmegen in Europa, met o.a. accent op keizerin Theophano, byzantijnse invloed op West-europa, oa. via Nijmegen…
2013: Nijmegen2000-Festival, eerste uitvoering kroonjaar ‘Oudste stad van Nederland-jaar’, met als thema Nijmegen en het Koninkrijk der Nederlanden.
juni 2010
LEDENLIJST
1- 4 en 5 Mei Comité
2- AWN afd. Nijmegen, Archeologie Werkgroep Nederland
3- Nationaal Bevrijdingsmuseum 1944-1945
4- Architectuur Centrum Nijmegen
5- Museumpark Orientalis
6- St. Chariovalda
7- Europese Stichting Joris Ivens
8- St. Gebroeders van Limburg
9- Geschiedenis Ontdekkers Groep
10- Het Gilde Nijmegen
11- Historisch Huis- en Veldnamenonderzoek, Kwartier van Nijmegen
12- In Paradisum
13- Lent 800 (ook Werkgroep Nijmegen Noord)
14- Lentse Historische Kring
15- Marithaime, Hist. Vereniging voor Elst en Lent
16- Museum De Stratemakerstoren
17- Museum Het Valkhof
18- Vrienden van Museum Het Valkhof
19- Nachbarn Ohne Grenzen / Burgen zonder grenzen
20- Nijmegen Blijft in Beeld
21- Nederlandse Genealogische Vereniging, Kwartier v. Nijmegen
22- Noviomagum. nl
23- NVOB Cultuurfonds
24- NUMAGA
25- Oranjestichting
26- RTB KAN / VVV Nijmegen
27- St. Romeinenfestival
28- Valkhof Vereniging
29- Vlaams Cultureel Kwartier
30- Vrienden van de Vereeniging
Adviseurs
31- Regionaal Archief Nijmegen
32- Gemeente Nijmegen, afd, Stadsontwikkeling
Bureau Architectuur en Monumenten
33- Dolly Verhoeven
Geassocieerd lid
34- Cultuurhistorisch Platform Lingewaard
Bestuur CPRN:
Piet Timmermans, voorzitter / André Stufkens, secretaris / Rosalie Thomassen, penningmeester / Paul van der Heijden, lid / Fer Boshouwers. lid.
Adresgegevens: tel. secretariaat: 024 3888774 / Postadres secretariaat: postbus 606, 6500 AP Nijmegen / Info: www.cprn.nl
secretariaat@cprn.nl
Bankrekeningnummer: NL78 RABO 0105 2900 17
KvK nummer: 09148216